Verslag 100 km dodentocht Bornem 2008

08 augustus 2008 – Mijn tweede dodentocht is met succes beëindigd. Vorig jaar moest ik daarvoor een trouw en een feest missen. Dit jaar kon ik (448) echter zelf een paar vrienden mobiliseren om mee te stappen. Yves (742), Rosanne (5100), Allaart (5101) en Stefan (8020) gingen zich ook eens wagen aan deze waanzinnige opdracht.

08 augustus 2008 – Mijn tweede poging om de dodentocht uit te stappen is met succes beëindigd. Vorig jaar moest ik daarvoor een trouw en een feest missen. Dit jaar kon ik (448) echter zelf een paar vrienden mobiliseren om mee te stappen. Yves (742), Rosanne (5100), Allaart (5101) en Stefan (8020) gingen zich ook eens wagen aan deze waanzinnige opdracht.

Verslag

De week voor de dodentocht kreeg het hele belgenland een vloed van stortregens over zich heen. Kelders liepen onder water, straten stonden blank. Op het gastenboek van de dodentocht vreesde iedereen een natte dodentocht.
Gelukkig waren de weergoden ons goed gezind en hebben ze alles wat er nog uit de hemel kon vallen vrijdagnamiddag laten neerdalen. Vanaf ongeveer 17u00 viel er in Sint Niklaas al geen druppeltje regen meer naar beneden en ik veronderstel dat dat in Bornem ook zo was.
Net zoals vorig jaar nam ik om 18u42 de trein richting Bornem. Ook Yves die via Antwerpen kwam vergezelde me later in dezelfde coupé. We spoorden richting Bornem.

In Bornem gingen we onze RFID-chip ophalen. Dit jaar dus geen badge meer, maar gewoon over scan-matten lopen, zeer handig! Even later kwamen Allaart, Rosanne en Stefan ook toe. Een VTM ploeg stond er nog te filmen en daarmee zijn we ook nog eens op tv geweest.
Daarop stapten we richting scanning en zochten ons een plaatsje uit in de ‘wachtzone’. Een aantal duitse soldaten achter ons hadden duidelijk nog wat tijd over om in te pilsen en ontkroonden enkele biertjes. Omstreeks 20u40 stond iedereen recht en konden we weer 20 meter winnen. Het startsignaal was gegeven en we slenterden richting start. Om 21u13 stapten we al over de startstreep. De dodentocht was begonnen.

De tocht tot in Londerzeel kende ik nog van vorig jaar en daar heb ik veel voordeel uit gehaald. Je kan de wegen al wat beter inschatten en je weet wanneer je ongeveer een tussenstop kan verwachten. Hier en daar waren wel wat wijzigingen in het parcours, maar op zich niet zo veel. Rosanne en Allaart zaten al een stuk voor ons toen wij over de start liepen. Ik zou ze niet meer terugzien. Stefan bleef voorlopig nog wel bij ons lopen. We zagen de hele massa vertrekken aan een duizelingwekkend tempo. Tot vervelens toe van mijn medewandelaars heb ik wel 1000 keer gezegd dat iedereen veel te snel ging en we moesten proberen ons eigen tempo te stappen. Een les die ik van Filip vorig jaar ook tot vervelens toe had meegekregen tijdens de eerste 20 km. Hij zal het me niet kwalijk nemen dat ik dit schrijf. Iemand die de meeste indruk op ons maakte was een duitse militair. Al die jongens lopen daar met een rugzak van jewelste rond, maar dit specifiek individu kon er geen genoeg van krijgen en had daarbovenop nog een boomstam liggen.

Afgelegde afstand: 100
Gemiddelde snelheid: 4,4 km/u
Controlepost Afstand Tijd Km/u
1 Start (Kruisberg) 1,13 21:13
2 Weert – Kerk 8,06 22:46 4,5
3 Bornem – Landhuis 14,63 23:50 6,2
4 Roddam – Friesland Foods
10′ pauze
17,32 00:33 3,8
5 Wintam – Kerk 26,78 02:20 5,3
6 Ruisbroek – School 32,22 03:24 5,1
7 Breendonk – Duvel
20′ pauze
41,1 05:18 4,7
8 Steenhuffel – Palm
20′ pauze
50,34 07:16 4,7
9 Merchtem – Sporthal
30′ pauze
58,18 09:29 3,5
10 Buggenhout – Sporthal
5′ pauze
66,21 11:29 4,0
11 Opdorp – School
15′ pauze
71,03 12:23 5,4
12 Lippelo – School
15′ pauze
75,73 13:39 3,7
13 Puurs – Sporthal
15′ pauze
80,78 14:56 3,9
14 Oppuurs – De Mispel
15′ pauze
85,09 16:05 3,7
15 Sint-Amands – School
15′ pauze
90,12 17:23 3,9
16 Branst – Zates
10′ pauze
94,56 18:48 3,1
17 Aankomst 100 20:03 4,4

We hielden een eerste keer halt aan de controlepost Weert. Yves moest al een beginnende blaar verzorgen. We waren weer snel op weg en liepen langs de dijk. Omdat het niet eenvoudig was om met drie naast elkaar te wandelen, liep ik meestal tijdens dit traject voorop. We lieten de dijk achter ons en wandelden nog een poosje langs de rijksweg N49. Al gauw boog de weg om naar het centrum van Bornem. Daar moesten al een paar DOTO’ers een frisse pint tot zich nemen aan de voor de gelegenheid gezette tapinstallatie. Het duurde niet lang of we bevonden ons terug in het centrum van Bornem. Zowel Stefan, Yves als ik hadden intussen ferm honger gekregen. Ik stak dan alvast een energiereep achter de kiezen. Stefan hield even halt voor een hamburger, maar ik besloot toch om nog even door te ‘bijten’ tot aan de controlepost ‘Roddam – Friesland Foods’, waar zeker en vast al een eerste voedselbevoorrading zou zijn. Zonder het te zien, stak Stefan na het verorberen van zijn hamburger, ons tegen een flink tempo voorbij en we vergezelden hem terug aan de Friesland-stop. We rustten even uit en Stefan en Yves begonnen de voeten al in te tapen. De Extran deed deugd en het rijsttaartje smaakte best. 17 km waren al uitgeveegd.

De trip richting Ruisbroek was ingezet. Ook hier volgde weer een ‘ommetje’ op de dijk langsheen een flink uit de kluiten gewassen prieeltje. Daarna mocht een eerste strook kasseien haar opwachting maken. Voor velen reden tot gejammer, maar het hoort erbij. In Wintam hielden Yves en Stefan weer even halt om de voeten verder te verzorgen. Geen zin om ter plaatse te blijven trappelen, stapte ik vanaf dit punt alleen verder. Hierdoor nam ik uiteraard het risico dat ik geen van beiden zou terugzien. Een paar 100 meter verder bereikte ik de controlepost ‘Wintam’ waar de appels een aangename verrassing waren. Vol goede moed stoempte ik verder. Hier en daar zette ik mijn iPod even op ter verstrooiing, maar lang kon ik het toch niet volhouden, want op de een of andere manier vond ik het vervelend om het geluid van de omgeving niet meer te horen. Ik zou mijn mp3-speler bijna niet meer gebruikt hebben. Halfweg ruisbroek, langsheen de spoorweg, beende Stefan me terug bij. Yves bleek een tiental meters achterop te zitten. Stefan bleef nog even aan mijn tempo doorwandelen, maar gaf duidelijk te kennen dat dit tempo te traag was. Na goed 20 minuten dreef hij het tempo flink op. Stefan was voorgoed verdwenen. En wie kwam ik even later tegen? De 73 jarige Olenaar waarmee ik vorig jaar mee naar Breendonk gestapt was. Hij deed nu voor de 25ste keer mee en had zijn vrouw beloofd dat het de allerlaatste maal was. Fantastisch, zeker als je weet dat hij in al die jaren nooit opgegeven had. Zijn camelbag hield zijn tempo ietwat in en een kleine misstap bezorgde hem een beetje frustratie, maar hij zou doorgaan tot het einde, al zou het duren tot 21u30. Ik ging terug wat sneller wandelen en bereikte kort daarna het schooltje in Ruisbroek. Ik baande me hier snel een weg door de wachtende massa, pikte een of ander ontbijtkoekje mee, twee bekers water en ik was terug vertrokken. Vorig jaar moest ik hier nog halte houden, maar ik zat nog te fris om hier te treuzelen.

Het traject richting Breendonk was ingezet. Ik herkende onderweg nog de schuur waar ik het jaar ervoor even had moeten uitstretchen en wandelde verder. Ik hield een mooi tempo aan en bereikte vrij vlug een van de meest besproken controleposten van de dodentocht: ‘den duvel’. Het traject leek hier toch al enigszins anders dan vorig jaar en zeker het binnenwandelen van de brouwerij was helemaal anders. Hier besloot ik toch een eerste keer iets uitgebreider te rusten. Met een bekertje soep, een bekertje water en een granykoek in de hand zette ik me neer op een bierbak van Maredsous. Her en der stonden tientallen van deze geïmproviseerde zitjes. Een hele verademing ten opzichte van vorig jaar, want toen moest ik me op het koude beton neerzetten. De duvel liet ik, zonder veel spijt, aan me voorbijgaan. En net als mij vele anderen, want ik kon me niet van de indruk ontdoen dat de duvelschenkers van dienst niet veel om handen hadden. Ik informeerde even naar de afstand tot de volgende controlepost en telefoneerde Yves hoever hij van de Duvel verwijderd was. Hij vertelde me dat hij onfortuinlijk door de knieën was gegaan en dat het er voor hem op zat. De duvel zou hij nog wel halen, maar dat was helaas voor hem het einde. Omstreeks 05u30 was hij er. Ik had voor hem een zitplaatsje opzij gehouden. Kort daarna bedankte ik hem om mee te lopen. Hij stapte nog mee over de scanning en gaf daarna op.

Dodentocht 2008 50km Steenhuffel Palm
Dodentocht 2008 50km Steenhuffel Palm

Op het traject dat voor mij lag, had ik vorig jaar de grootste moeite om vooruit te komen. Londerzeel was voor mij toen het einde. Ditmaal echter geen tussenpost in Londerzeel – Sint Jozef. Als bij wonder bleef ik goed doorstappen, maar tijdens dit traject begon ik het erg kou te krijgen. Het bleek slechts 10° te zijn. Vlak voor de Palm-halte passeerde ik met enige trots het 50km bord, waarmee ik mijn vorige deelname achter me liet. Een sms van Ilse dat ik al over de helft zat! In Steenhuffel moest ik opnieuw een langere pauze nemen. Ook hier twee bekertjes water en een grote berg druiven om te bekomen. De sandwiches, alsook de spaghetti liet ik links liggen. Ik besloot een risico te nemen en mijn schoenen en kousen even uit te doen. Wat een verademing voor de voeten. Een beetje massage deed geweldig veel deugd. Van blaren of andere kwalen geen sprake. Na 20 minuten vlot terug de schoenen in en op weg naar Merchtem.

Ik had ondertussen mijn regenjas aangetrokken om me de ochtendkou te besparen. Een half uurtje verder raakte ik aan de praat met een wat ouder koppel. Hij deed voor de derde keer mee, zij voor de eerste keer. Het opzet was:’de dodentocht 1 keer uitdoen en dan nooit meer’. Zijn ‘record’ stond op 66 km. Beiden stapten ze vrolijk verder. Ik ben een tijdje bij hen gebleven tot de natuur hen tot de orde riep. Ondertussen draaide de weg naar rechts en plots voelde ik de warme zon in mijn rug. Op dat ogenblik ging het gezelschap door enkele braakliggende velden afgewisseld met maïs. Jeroen smste me om te vragen hoe het met me was. Hij zou dadelijk beginnen aan een (doden)tocht rollerskaten aan de kust. Het begon wat moeizaam te verlopen. Er zat lood in de benen en ik begon last te krijgen van mijn rug. Mogelijke oorzaak daarvan was mijn heuptas, maar wie stak me daar plots voorbij? Onze Olenaar van 73. Ongelooflijk wat een snelheid! Ik riep hem meteen na:’ Ha, rugzak achtergelaten?’ Hij draaide zich om en riep:’Jaja, en ook nieuwe banden gestoken (wijzend naar zijn schoenen)’. Ik moest hem helemaal laten gaan. Waar de weg terug een bocht naar links maakte hield ik even halte voor een pitstop… Ik strompelde een 20tal minuten verder en ging in tussentijd even uitrusten op een brugleuning. Ik dacht aan opgeven. Even later terug op de been. Ik raakte aan de praat met iets jongere kerel die ook al een van zijn vrienden had zien opgeven. Het was zijn eerste keer en moedigde me aan met de woorden: ‘we gaan hier niet naar huis zonder medaille!’. Ik had moeite met het te geloven maar bevestigde het. We hoorden ondertussen al de kerktoren van Merchtem. Hij kreeg telefoon van een supporter en stopte kort daarna voor moeder natuur. Het werd zwaarder en zwaarder. In de verte doemde de kerktoren op die onafgebroken de klokken liet luiden. Ze bleken verder dan ik dacht. De weg werd smaller en we moesten langs een beek één voor één langs een smal pad verder. Ik volgde twee militairen van de Nederlandse Luchtmachtreserve. We kwamen achter een supermarkt uit en kort daarna bevonden we ons weer op de baan, waar het uitkijken was voor auto’s. De sportzaal van Merchtem lonkte in de verte. Ik kwam binnen om 09u29. Ik graaide weer twee bekers water mee en een snickers. Ik zocht me een stoel ik zette me neer. Enkele wandelaars passeerden me met bananen in de hand. Die had ik niet zien liggen en ik was te lui om terug te keren naar de tafel waar ze stonden. Het duurde niet lang of ik ging languit op de grond liggen en keek naar het plafond van de sporthal… Opgeven!? No Way! Niet dezelfde fout als vorig jaar: terug aankomen in Bornem en constateren dat wandelen nog perfect ging?! Ik besloot even rustig te blijven liggen en deed mijn ogen 5 minuten dicht. Even later zette ik me weer recht, maar achter mij bleef iedereen liggen als bloemzakken. Ik tuurde naar het bord met de aanduiding van de volgende controlepost: Buggenhout, 8 km… Ik haalde de schouderriem boven van mijn heuptas, stond recht en vertrok!

Even wat stramme spieren, maar na 10 minuten was het volledig verdwenen. Het leek alsof ik terug opgeladen was. Ik stapte goed door en zag her en der op de vensterbanken van huizen Aquariusflessen staan. Het traject hier was niet zo vlak, maar ik ondervond weinig problemen. Ook hier raakte ik weer aan de praat met een doorwinterd DOTO’er die al voor de 23ste keer meedeed. Zijn vriend zou zeker doorgaan na de duvel maar zocht uiteindelijk toch de tent van de opgevers op. Mijn nieuwe medestapper kreeg van zijn vrouw telkens de tussentijden door, maar van Merchtem was nog niets binnengekomen ondanks het feit dat we daar toch al enige tijd weg waren. We liepen ook hier weer een lange strook tussen de velden met losliggende stenen. Hier en daar nog een paar plassen, maar niets dat voor echte problemen kon zorgen. In de verte zag ik weer een kerk. Ik vroeg hem of we daar moesten zijn, maar hij wist het niet met zekerheid. In werkelijkheid bleek de afstand nog een pak langer. De ene keer was mijn tempo sneller als dat van hem, de andere keer moest ik hem laten gaan. In Buggenhout aangekomen, nam ik zoals gewoonlijk weer mijn twee bekers water. Ondertussen had ik mijn regenjas al een tijd opgeborgen en ik zette me 5 minuten neer in de cafetaria van de plaatselijke voetbalploeg. Ik realiseerde me dat ik al 2/3 van de afstand achter de rug had. Mijn wandelvoeten riepen me snel tot de orde en ik zette vol goede moed verder aan.

Annelies smste me ondertussen met felicitaties dat ik al ver over de helft was. De tocht naar Opdorp vloog voorbij. In Opdorp aangekomen dronk ik twee verfrissende citroensappen en oh ja,… twee bekers water. Ik zette me bij twee toeschouwers die aan het wachten waren op hun kompaan. Beiden hadden vroeger de dodentocht gelopen, maar ze lieten het nu aan hun vriend die elk moment kon aankomen. Nu opgeven zou niet meer mogen, zeiden ze. Hun vriend kwam even later toe en ze zetten zich met drie in de zon aan de andere kant van de weg. De wandelaar legde zich meteen op de grond, met de voeten op de stoel. Ondertussen had ik mijn voeten weer even uit de schoenen gehaald en wat laten ademen. Ik zat goed op schema en vertrok alweer. Hier en daar babbelde ik wat mee met wandelaars of gaf ik een dwaze opmerking waarmee de lachspieren weer even hun werk konden doen. Het weer was prima. Niet ver voor Lippelo zag ik plots twee bekende gezichten aan de kant van het parcours. Erlinde en Jan van Make-A-Wish. Ik moest twee keer kijken om zeker te zijn, maar besloot toch om even halt te houden en hen wat aan te moedigen. Erlinde zat met blaren en Jan ondersteunde haar. Ook zij moesten twee keer kijken voor ze mij herkenden, maar hun euro viel al snel. Erlinde deed voor de eerste keer mee en had zichtbaar zere voeten. Jan had al 3 succesvolle dodentochten achter de rug. Ik wenste hen nog veel succes en stapte door. Niet veel verder passeerde ik de 75 km. Nog een kleine 500 meter en ik zat in Lippelo. Aan dit speelpleintje heerlijke perziken en … twee bekertjes water. Ik legde me languit achter een schuifaf op een grasstrook. Ik belde met Allaart die ondertussen al aan 85 km zat. Rosanne en Stefan hadden opgegeven op de plaats waar ik op dat moment lag te verpozen. Stefan had gelopen van Breendonk tot Buggenhout. Vanaf Buggenhout heeft hij nog een traject gewandeld met opgezwollen voeten en gaf er daarna de brui aan. Rosanne had te kampen met een pijnlijke knie. Op deze plaats wist ik absoluut zeker dat ik de dodentocht ging uitdoen. Het leek fantastisch te gaan, maar desalniettemin die typische brandende voeten… Ik gooide mijn eerste lege bekertje in de vuilbak en wandelde door met het andere in de hand.

Dodentocht 2008 75km
Dodentocht 2008 75km

Tussen Lippelo en Oppuurs vond een of andere jongeman het de uitgelezen kans om zijn bromfiets aan een proefritje te onderleggen. Gelukkig was de weg er breed genoeg. We wandelden met z’n allen tussen een rij bomen en daar kreeg ik telefoon van het mijn ma. ‘En? Al wakker?’ Doordat de registratie van de tussentijden aan de Duvel mislukt was dachten ze dat ik op 50 km opgegeven had. Ondertussen was het echter al 14u30 en was ik onderweg naar de 80 km. Een kleine vergissing dus, maar ik was al heel blij met het telefoontje dat een welkome verrassing was. Ik keek op mijn horloge en werd voorbijgestoken door een andere wandelaar. Die merkte op dat ik niet naar de tijd moest zien en dat er nog tijd genoeg over was. Ik corrigeerde dat het enkel de bedoeling was om naar mijn tussentijd te kijken, waarop hij zei dat we zeker tegen 6 km per uur aan het wandelen waren. Een volgende supporter-sms kwam binnen, ditmaal van Dirk, een collega. Blijkbaar had hij ook al een blik op de website geworpen en gezien dat ik al aardig op weg was. Kort daarna volgde een sms van Kristof en Petra en meteen besloot ik hen even te bellen om mezelf af te leiden. Nog 20 km. Stelt niet veel voor hé? Dat is maar te voet van Mol naar Turnhout. Maar ik had natuurlijk al 80 km in de benen. Ook hier gooide ik even mijn schoenen uit en hoorde ik een paar andere wandelaars tegen elkaar opscheppen dat ze nog niet gestopt waren… Leek zeer onwaarschijnlijk op dat uur… Ook hier kwam die andere wandelaar binnen die min of meer aan mijn tempo wandelde. Hij begon last te krijgen in de voeten, maar was al blij dat hij wat tijd had kunnen goedmaken. We zetten samen verder, maar verloren elkaar al gauw uit het oog toen hij van het traject afweek voor de rode-kruispost, al weet ik dat niet zeker.

Op het einde van dit traject begon ik terug vermoeid te raken. Kort voor aankomst in Oppuurs belde mijn ma nog even om mij aan te moedigen. Ik heb ze vanaf dan elk tussentraject even aan de lijn gehad om te supporteren. Ik waggelde Oppuurs binnen. Twee bekers water en geen eten meer voor mij deze keer. In tussentijd had ik regelmatig verder gesnoept van de druivensuiker die we in het traject tussen Steenhuffel en Merchtem hadden toegestoken gekregen. Ik kon mij na veel moeite weer een stoel bemachtigen en zette me bij twee vrouwen waarvan de ene al een bezoekje had moeten brengen aan de rode kruis post omdat ze te weinig gegeten had. Aan haar vroeg ik of ze geen kaart had, zodat ik kon zien wat de volgende post was. Ik had namelijk al mijn documentatie bij de start al meteen achtergelaten tot mijn grootste spijt. Niet erg fraai, ik weet het… Aangezien ze de tocht met tweeën deden, kreeg ik haar route van de streekkrant. Eens vertrokken keek ik regelmatig op de kaart om te constateren dat 90 km nog heel ver weg was. De route draaide kort daarna naar links terug de natuur in. Een dame van in de 50 had de dodentocht ook al meerdere keren bedwongen. Haar dochter was al toegekomen in Bornem. We passeerden een paar drassige stroken, maar deze waren hoe dan ook een welkome afwisseling. Even verderop liep ik terug in op het koppel dat hoe dan ook een keer in hun leven de dodentocht wou uitdoen. Ik stapte terug even mee en zei:’aha, ook nog altijd in the running?’. Beiden zagen het ook volledig zitten om het deze keer te halen. Ik moest mijn eigen tempo aanhouden en sneller wandelen. De 90 km kwam in zicht, maar het was loodzwaar. We liepen eerst nog langs een spoorweg, en de tussenstop bleef maar op zich wachten. Eindelijk was ik er! Half versuft kwam ik toe. Ik wist aanvankelijk niet dat het de bedoeling was het gebouw binnen te gaan… Eens binnen opnieuw twee bekers water en ik nam me daarbij nog een snickers. Ik stapte meteen terug naar buiten. Er was weinig plaats, maar ik streek neer op een stuk asfalt en trok me geen snars aan van de blikken van toeschouwers. Per slot van rekening was ik niet de enige die languit ging liggen. Nog 10 kilometer… Het begon door te dringen dat 10 km niet zomaar ‘peanuts’ waren. Ik bleef nog wat liggen. Allaart hing ondertussen aan de lijn en was toegekomen. Fantastische prestatie! Ik geloofde er wel in, maar kreeg te horen dat het nog zwaar ging zijn. Kort daarna werd ik nog aangesproken door iemand die dacht dat ik ziek was en suikertekort had. Even dacht ik, die kerel is gek, maar ja ik kan mezelf niet zien! Ik raapte de moed bijeen en zette aan.

Het traject verliep in het begin door een smal steegje en kwam uit op een mooi sprookjesachtig huisje. De weg liep omhoog richting dijk. Knap lastig dit stuk, de militairen stapten ook nog door, maar enkelen van hen gingen ook gebukt onder de blaren. Marleen en Herman droegen ook nog hun steentje bij om mij op te peppen. Ik raakte weer aan de praat met een jonge gast die ook de man met de hamer had zien passeren. Ondertussen belde Ilse dat ze mij zou komen halen en dat ze heel fier was dat ik het ging uit doen. Ik was enorm tevreden dat ik geen trein meer moest nemen. Op 93 km kregen we een aquarius aangereikt. Ik dronk hem half leeg en gooide de rest in de eerst volgende vuilnisbak. Die sportdranken helpen wel, maar te veel van dat goedje heeft ongewenste resultaten op het darmgestel en dat kon ik me niet permitteren in die laatste kilometers. In de verte zag ik een vlag die duidde op de allerlaatste tussenpost ‘Branst – Zates’. Op 95 km zette ik me neer op een houten stoel en babbelde nog wat verder met lotgenoten. Een Nederlandse vrouw zei me dat het zeer leuk was, maar dat het toch niet voor herhaling vatbaar was! De sfeer in Nederland zou beter zijn. Ze stapte met haar man voort, terwijl ik een banaan verorberde en ja… voor de allerlaatste keer twee bekers water.

Aankomst Bornem Dodentocht 2008
Aankomst Bornem Dodentocht 2008
Dodentocht 2008 aankomst
Dodentocht 2008 aankomst (beetje verbrand… :-))

Ik wandelde even in het gezelschap van wat Duitse militairen. Het centrum van Bornem kwam dichterbij. Ik zag al een bord van 5 km en mijn tempo steeg terug. Fantastisch ik was er bijna! Nu kon het toch niet lang meer duren? Maar was dat een teleurstelling. Afzien! De laatste kilometers… ondanks de mensen die langs de weg zelfs stoelen hadden buitengezet, versnaperingen waar je je aan tegoed kon doen, de laatste kilometers waren precies uitgerokken. Ik belde Tim nog even op. Het bord van 4 km, 3 km en 2 km leken zooo ver uit elkaar te staan. Ik zei nog tegen twee anderen:’Hier in Bornem passen ze een ander berekening toe!’ En toen zag ik 1500 meter. Had ik nog maar 500 meter afgelegd? Niet te geloven. Ondertussen reed een vrouw met een wagen gewoon langs de wandelaars door. Een uit het lood geslagen organisator liep als een gek de auto achterna brullend en sakkerend. Hij wist de auto net bij te benen en sloeg als een dwaas op de kofferbak. De vrouw stopte en kreeg een uitbrander van jewelste. Terugkeren met die wagen… Weer een aangename verstrooiing. Nog 1 km te gaan, nu begon de ereronde. We kregen applaus van omstaanders en bereikten bijna de finish. Ilse stond langs de kant en we vielen elkaar in de armen. Geen trein meer, maar een auto die me tot aan de deur zou afzetten. We wandelden samen de laatste 200 meter tot aan de aankomst. Ik zette mijn voet neer op een stoeltje en mijn chip werd er afgeknipt. Met chip in de hand stapte ik met beide armen in de lucht om 20u00 over de 100km-aanduiding op de weg. Ik besefte het maar half, maar kreeg een Bornemse trippel toegestopt die op dit moment van schrijven genuttigd wordt. Ik werd uitgescand, kreeg mijn diploma met medaille en wandelde de tent buiten! Jammer maar helaas, geen ananas meer… Maar toch een zeer voldaan gevoel.

Eind goed al goed, geen kwetsuren, maar stijf als een hark. Ik geraakte niet meer tot aan de auto en moest halfweg langs de kant gaan zitten en me laten ophalen door Ilse. In de auto kreeg ik een fantastisch cadeautje: een voetscrub en spray voor pijnlijke voeten! ;-). Die avond zelf had ik de grootste moeite met bewegen. In slaap raken verliep ook niet zo vlot, maar de dag erna was alle pijn uit mijn benen verdwenen. Onbegrijpelijk, maar waar. Op dit ogenblik kijk ik al uit naar de 40ste editie: dodentocht 2009! Wie weet!?

Een welgemeende proficiat aan de organisatie, rode kruis vrijwilligers, politie, webmasters voor het terug online brengen van het trackingsysteem en bovenal Rosanne, Allaart, Stefan en Yves, maar natuurlijk ook de smsjes en telefoontjes van de familie, vrienden, enz…

Mijn persoonlijke tips

Qua training kan ik helaas niks meer zeggen: ik heb dit jaar dan ook zo goed als geen tijd gemaakt om te trainen. Ik ben in de twee weken voor de dodentocht 2 keer drie uur gaan wandelen.

De meeste van mijn tips van vorig jaar gaan nog steeds op. Alleen had ik deze keer besloten om minder mee te nemen. Ik had dan ook geen rugzak meer mee maar een heuptas. Daarbij had ik ook nog voor de zekerheid een schouderriem meegenomen en die is me zeer goed van pas gekomen vanaf 50 km. Deze keer heb ik al wat meer recht van spreken om tips te geven voor een geslaagde deelname, dus hier is mijn checklist.

  • Het wondermiddel kamferspiritus dagelijks gedurende twee weken voor de dodentocht aan de voetzolen smeren (mijn persoonlijke garantie tegen blaren)
  • Waterdichte schoenen
  • Naadloze kousen (hoeft helemaal niet duur te zijn)
  • Lange broek
  • Trui
  • Regenjas (zeer handig, niet alleen tegen de regen maar ook tegen de kou)
  • Regenbroek (op zeker spelen)
  • Extra paar kousen (niet nodig gehad)
  • Compeed (eveneens niet nodig gehad, maar je weet toch maar nooit)
  • Reflectoren
  • Hoofdlamp (niet gebruikt)
  • 3 pakjes zakdoeken (niet gebruikt)
  • MP3-speler (zeer weinig gebruikt)
  • Kauwgom
  • Engergierepen (slechts twee van opgepeuzeld)
  • Druivensuiker (bleek onderweg ook uitgedeeld te worden, niet meer nodig dus)
  • Stappenteller / chronometer (handig om zelf de snelheid in het oog te kunnen houden)

Aandachtspunten voor een volgende deelname

  • Een of andere pet (gelukkig kregen we die aan de start)
  • Zonnecrème (ik was toch wel wat verbrand)

Links

Bijlage

2 thoughts on “Verslag 100 km dodentocht Bornem 2008”

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.